“Ga je mee lunchen?” Ben een maand aan de slag bij mijn klant als ik voor het eerst word meegevraagd naar de kantine.

 Mijn hart maakt een sprongetje.. ze vinden me aardig! Hmm.. typisch gevalletje reptielenbrein, soms vergeet ik dat ik als coach ook gewoon graag ergens bij hoor. Tegelijkertijd merk ik het ongemak bij de mensen, wat moeten we nou met haar?

 Het is ook niet niks. We zijn er ineens. Schuiven zomaar gevraagd én ongevraagd aan bij overleggen en gesprekken. Vinden er dan ook nog iets van en vaak is dat feedback waar je als medewerker niet direct om zit te springen. Omdat je er iets mee moet – dat weet je wel – en je je niet kunt verstoppen. We blijven immers nog wel even, dus je voelt aan je water aan dat er hier iets gaat veranderen, geen ontkomen aan!

 Want dat is waarvoor we als organisatiecoaches worden ingehuurd. We helpen om dat wat er zich binnen een organisatie afspeelt in lijn te brengen met de bedoeling. Zodat je als bedrijf – op eigen kracht – kunt excelleren. Dus past het gedrag van mensen bij dat wat je wilt realiseren? Stopt de leidinggevende bijvoorbeeld met controleren als het de bedoeling is meer zelfsturing binnen een team te ontwikkelen? En stopt het team met een appèl te doen op hun leidinggevende? Of hoe veilig voelen medewerkers zich eigenlijk binnen de eigen organisatie als hun werk is kinderen met psychische problemen een veilige omgeving te bieden waarin zij zich kunnen ontwikkelen?   

 Daar waar wij een paar maanden meelopen, betekent dit altijd dat medewerkers dingen anders moeten gaan doen, hun jarenlange gewoontes moeten opgeven en hun overtuigingen moeten bijslijpen. Wij maken hen daar bewust van. Tot vervelends aan toe (“als jij er bent schiet onze vergadering niet op, ik heb nog meer te doen!”).  
En laat ‘dingen anders moeten doen’ nou net zijn waar mensen niet op zitten te wachten…
Nee, geliefd maken we ons niet altijd.

En daar zit ik dan. Met mijn lunchcomplex. Want wat vind ik het gezellig om lekker even over het weekend te kletsen terwijl ik mijn boterhammen eet. Of mijn verwondering over die mooie film te delen die ik laatst zag. Soms is het lastig te weten dat mijn opdracht niet is om vriendjes te maken, een gezellige collega te zijn. Dat ik mijn ‘oerbehoefte’ (met dank aan de evolutie) om onderdeel van een groep te zijn niet moet willen bevredigen.

 

Gelukkig helpt mijn ratio en mijn ervaring als coach me een handje. En kan ik de lunch nemen zoals die komt. Wetende dat ik zojuist een prachtig en waardevol feedbackmoment had met een van de mensen hier. Dat hij terug naar zijn werkplek gaat met iets waarover hij gaat nadenken. Om de ambitie die hij samen met zijn collega’s heeft te kunnen realiseren.  
Dan is het goed zo… en met een grote glimlach eet ik mijn boterham.