De afdeling ‘vervelende vragen’

De afdeling ‘vervelende vragen’

Ik stel nogal eens vragen. Gewoon omdat ik zaken graag wil begrijpen. Bijvoorbeeld als ik een rol heb in een project. Dan wil ik graag echt snappen wat de bedoeling is van dat project. Wat het moet opleveren, wie welke rol heeft, wat wel en niet binnen het project valt en ga zo maar door.
Vaak krijg ik antwoord op mijn vragen. Bijna even vaak ook krijg ik geen antwoord.
Regelmatig blijkt de vraag die ik stel gewoon nog niet eerder gesteld te zijn. Fijn denk ik dan. Met een beetje mazzel zet de vraag op dat moment immers aan tot nadenken.

Redenen om niet te antwoorden
Soms schroom ik om te vragen wat iemand nu precies bedoelt. Of gewoon uit te spreken dat ik het niet helemaal snap. Die schroom kent verschillende redenen. Hier en daar krijg ik de indruk dat projecten opzettelijk vaag gehouden worden.

Soms zijn er bijvoorbeeld nog geen antwoorden omdat het project niet helemaal klopt. Er zijn open eindjes, maar daar is geen tijd of ruimte meer voor. ‘We weten niet precies om hoeveel gevallen het gaat, maar we gaan het wel gewoon doen’.

Of het project wordt gestart om het echte probleem niet te hoeven aanpakken. Dat gebeurt bijvoorbeeld nogal eens met het procesmatig werken. Waar eigenlijk daadkrachtig leiderschap nodig is, nemen we liever onze toevlucht tot het beschrijven van processen. Dan gaan mensen wel volgens die processen werken is de gedachte (of hoop)

Een andere keer is de noodzaak van een project niet glashelder, maar is er wel een belang dat maakt dat het toch uitgevoerd moet worden. ‘Het staat nu eenmaal in het jaarplan, dus het project moet gewoon uitgevoerd worden’.

Ook komt het geregeld voor dat de eigenaar van een project of plan het zelf ook nog niet tot in de details begrijpt. Op zich helemaal niet erg. Wel erg is dat niet weten blijkbaar onacceptabel is.

Nog eentje tot slot. Soms krijg ik geen antwoord uit angst dat het eigenlijk om iets heel eenvoudigs gaat als je het terug brengt tot de kern. En tsja, eenvoudig is niet altijd even sexy. Dan maar beter een uitgebreid, wollig of ambtelijk projectplan. 

Het nut van de ‘vervelende’ vraag
Op het moment dat ik een ‘lastige’ vraag stel, ontmoet ik in de regel niet direct enthousiasme. Regelmatig bestaat de reactie uit wrevel of ergernis, soms zichtbaar, vaak (bijna) onzichtbaar verborgen. 

Geregeld krijg ik later terug dat het fijn is dat er duidelijkheid is ontstaan. Dat het op het moment zelf echt heel vervelend was dat de bewuste vraag gesteld werd. Maar dat juist die ‘vervelende’ vraag leidde tot verbeteren. 

Wij van Stelvio zijn van het continu leren, veranderen en verbeteren. We vinden dat we uit ervaring moeten weten wat we onze klanten ‘aandoen’. “Practice what you preach” of zoiets.
Wees gerust; bij Stelvio is de afdeling ‘vervelende vragen’ goed bevolkt. Om een doodeenvoudige reden. De vragen dwingen ons tot een laagje dieper begrijpen.

Pas als we iets echt kunnen begrijpen, kunnen we ons ook ergens aan verbinden.

 

 

Het lunchcomplex van een organisatiecoach

Het lunchcomplex van een organisatiecoach

“Ga je mee lunchen?” Ben een maand aan de slag bij mijn klant als ik voor het eerst word meegevraagd naar de kantine.

 Mijn hart maakt een sprongetje.. ze vinden me aardig! Hmm.. typisch gevalletje reptielenbrein, soms vergeet ik dat ik als coach ook gewoon graag ergens bij hoor. Tegelijkertijd merk ik het ongemak bij de mensen, wat moeten we nou met haar?

 Het is ook niet niks. We zijn er ineens. Schuiven zomaar gevraagd én ongevraagd aan bij overleggen en gesprekken. Vinden er dan ook nog iets van en vaak is dat feedback waar je als medewerker niet direct om zit te springen. Omdat je er iets mee moet – dat weet je wel – en je je niet kunt verstoppen. We blijven immers nog wel even, dus je voelt aan je water aan dat er hier iets gaat veranderen, geen ontkomen aan!

 Want dat is waarvoor we als organisatiecoaches worden ingehuurd. We helpen om dat wat er zich binnen een organisatie afspeelt in lijn te brengen met de bedoeling. Zodat je als bedrijf – op eigen kracht – kunt excelleren. Dus past het gedrag van mensen bij dat wat je wilt realiseren? Stopt de leidinggevende bijvoorbeeld met controleren als het de bedoeling is meer zelfsturing binnen een team te ontwikkelen? En stopt het team met een appèl te doen op hun leidinggevende? Of hoe veilig voelen medewerkers zich eigenlijk binnen de eigen organisatie als hun werk is kinderen met psychische problemen een veilige omgeving te bieden waarin zij zich kunnen ontwikkelen?   

 Daar waar wij een paar maanden meelopen, betekent dit altijd dat medewerkers dingen anders moeten gaan doen, hun jarenlange gewoontes moeten opgeven en hun overtuigingen moeten bijslijpen. Wij maken hen daar bewust van. Tot vervelends aan toe (“als jij er bent schiet onze vergadering niet op, ik heb nog meer te doen!”).  
En laat ‘dingen anders moeten doen’ nou net zijn waar mensen niet op zitten te wachten…
Nee, geliefd maken we ons niet altijd.

En daar zit ik dan. Met mijn lunchcomplex. Want wat vind ik het gezellig om lekker even over het weekend te kletsen terwijl ik mijn boterhammen eet. Of mijn verwondering over die mooie film te delen die ik laatst zag. Soms is het lastig te weten dat mijn opdracht niet is om vriendjes te maken, een gezellige collega te zijn. Dat ik mijn ‘oerbehoefte’ (met dank aan de evolutie) om onderdeel van een groep te zijn niet moet willen bevredigen.

 

Gelukkig helpt mijn ratio en mijn ervaring als coach me een handje. En kan ik de lunch nemen zoals die komt. Wetende dat ik zojuist een prachtig en waardevol feedbackmoment had met een van de mensen hier. Dat hij terug naar zijn werkplek gaat met iets waarover hij gaat nadenken. Om de ambitie die hij samen met zijn collega’s heeft te kunnen realiseren.  
Dan is het goed zo… en met een grote glimlach eet ik mijn boterham.