Betere en mindere dagen

Betere en mindere dagen

Heb jij dat ook. Dat veel, net als in het vertrouwde leven van voor half maart, weer redelijk normaal aanvoelt. Ik weet natuurlijk niet hoe het jou vergaat, maar bij mij rijgen de dagen zich opnieuw haast onmerkbaar aaneen.

Niet dat de dagen hetzelfde zijn trouwens; er zijn duidelijk betere en mindere dagen. Dagen waarop het lekker loopt en je vooral de voordelen van het thuiswerken ziet. Geen reistijd, lekker ongestoord door kunnen werken.

Hopelijk heb jij ze niet of nauwelijks, maar ik ken ook mindere dagen. Dagen die zich kenmerken door onrust. Een onrust die je, als uit het niets, kan overvallen. Een nare sterke onrust. Je zou het zelfs een klein paniekje kunnen noemen. Maar laten we dat woord verder niet noemen, brrrr.

De onrust gaat meestal over werk.
Over “hoe het allemaal moet”. Hoe we toch voor elkaar kunnen krijgen wat we graag willen. In de huidige situatie die dus op onderdelen redelijk normaal lijkt en tegelijk toch ook zo ongelooflijk niet normaal is.

De onrust heeft de rottige gewoonte stilletjes aan te komen sluipen om je overwacht te kunnen bespringen. Het liefst ’s ochtends. En dan niet gewoon rond koffietijd als er gelegenheid is om een goed gesprek met de afdeling onrust te voeren. Nee, het meest doeltreffende bespringen vindt plaats bij het ochtendgloren. Een mooi woord, maar met de zomer in zicht, voltrekt dat ochtendgloren zich dus wel ruim vóórdat het 5.00 (!) uur is.

Gewoon opstaan en van je af schudden, kun je denken. Inderdaad een goed idee en waarschijnlijk ook behoorlijk doeltreffend. Punt is alleen dat velen van ons de moed daarvoor op een willekeurige donderdagmorgen 5.03 uur nog niet binnen handbereik hebben. Ik in ieder geval niet.

En dat betekent veelal het begin van een mindere dag. Je probeert nog wat te slapen of snoozen, maar het kwaad is al geschied. Je staat op een gegeven moment toch op en doet je best zo gewoon mogelijk aan de dag te beginnen. De onrust heeft zich inmiddels getransformeerd tot een zeurend, onbestemd gevoel en maakt alles wat je wilt of moet doen net een tikje lastiger. Stroperig, grijzig, dat werk.

Er zijn twee dingen die helpen
Om te beginnen contact met een collega of vriend(in). Ik heb het grote geluk dat daar in mijn geval nauwelijks licht tussen zit. Gewoon even kunnen vertellen wat er is, wat je bezig houdt, geeft lucht en licht. En kan zo ongelooflijk goed helpen om de afdeling onrust al ver voor de koffie naar huis te kunnen sturen.

Als bellen, of desnoods appen er even niet in zit, helpt het om iets kleins te doen. Een piepklein taakje uitvoeren dat toch gebeuren moet. Of alvast een voorzichtig beginnetje maken met iets groters. Beginnen en iets doen geven namelijk moed en voor je het weet wordt het zo toch een vrij aardige dag. Zit je toch opeens weer met een fijne kop koffie op de bank voor het acht uur journaal.

Fijne dag!
Marieke

ps. Dat acht uur journaal is nog wel even een dingetje.
Om te beginnen, wordt mij vrij regelmatig met puberaal gehoon duidelijk gemaakt dat het nogal old school is om anderen te laten bepalen wanneer je nieuws kijkt. Daarnaast is het nog maar zeer de vraag hoe slim het eigenlijk überhaupt is om het journaal te kijken, maar daar kom ik graag een andere keer op terug

 

 

 

 

 

 

 

De kunst van kleine stapjes

De kunst van kleine stapjes

Ik ben van het uitstellen. En plannen zit ook niet zo in mijn natuur.

Heb eenvoudigweg te veel succeservaringen met voorbereiden op het laatste moment en te weinig voorbeelden waarin het mis ging. En nu staat december weer voor de deur. En ontwaakt mijn alertheid. Want als ik nu (lees: NU) niet begin met het maken van lijstjes en een planning, dan wordt deze maand voor mij een grote marathon, een uitputtingsslag.

De aankondiging is ieder jaar zo’n beetje op hetzelfde moment. Dit jaar was het 17 november, de dag dat die man met de rode mijter weer is aangekomen op zijn paardje Ozosnel. Vanaf dat moment gaat het me duizelen: schoencadeautjes kopen, helpen surprises maken, verjaardagsfeestje organiseren, kerstdagen plannen, pakketjes maken voor opa en oma in Italië, op tijd versturen en “o ja mam, ik moet een kersthapje maken voor het kerstdiner op school” (x2)… enzovoort..

Gewone dingen gaan ook gewoon door.

Zo heb ik gewoon mijn werk te doen, wordt er ook gewoon een beroep op me gedaan bij het overhoren voor een toets en blijft de wasmand tot mijn verrassing gewoon volstromen. Ons eigen Stelvio-kerstdiner hebben we omgedoopt tot een ‘Welkom 2020’- etentje in januari. Ik vermoed dat anderen ook zo’n maand hebben..

Iets wat ik door de jaren heen geleerd heb, is dat met alles wachten tot het allerlaatste moment, niet echt rustgevend is (hoe vreemd). Daar waar ik in m’n eentje nog een heel eind kwam, leidt dat eenmaal met een gezin tot stressverhogende taferelen. Iedere ouder kent de o zo welkome berichtjes van school. Op maandag een schoenendoos mee, op woensdag een uitje naar de bibliotheek, dus de fiets moet mee naar school (mét verlichting) en vergeet vooral niet op tijd in te schrijven voor het kersthandbaltoernooi… En dan is er ineens op maandagochtend in het hele huis geen schoenendoos meer te vinden (we hadden er toch nog 5 liggen!?) en weet zoonlief woensdag om 8.30 u echt niet meer waar zijn fietssleutel is. Voeg dit samen met de extra drukte in december en mijn feest is compleet. Dus nadat ik een aantal jaren achter elkaar puffend en chagrijnig de eindstreep van het jaar bereikte, voelde ik genoeg buikpijn om mezelf streng toe te spreken:

Ik moest het anders gaan doen.

Ik had al snel bedacht dat een weekkalender op het toilet, zichtbaar voor de hele familie, een goed begin is. Plotseling ben ik niet meer de enige die verantwoordelijk is voor het op tijd terugbrengen van de bibliotheekboeken (al een leuk experiment op zich). En de dingen van mijn hoofd naar de kalender verplaatsen scheelt de onrust van het onthouden. Een handige app vinden voor mijn To Do-lijst was ook zo gebeurd. Met dagelijkse reminders helpt die mij mooi om me te concentreren op dat wat er vandaag moet. Maar met een kalender en lijstjes-app ben ik er nog niet. De dingen moeten namelijk op de kalender en het lijstje terecht komen (da’s 1) én ik moet ook iets gaan doen met de reminders die ik krijg (da’s 2)! Tsja..

Het toverwoord is natuurlijk discipline..

Nou doet dat woord me direct denken aan een personal trainer in de sportschool. Onder stampende muziek pusht hij je over de grens van wat je voor mogelijk houdt. En dat dan 3x in de week. En een week de trap niet op kunnen vanwege de spierpijn. Over discipline gesproken. Tamelijk kansloos voor mij, iets met ‘moeten’ denk ik..

Maar ik heb iets geleerd. Ook mijn yogadocent gebruikt het woord discipline. Voor hem gaat het alleen niet over pushen, moeten en zweten. Hij heeft het over kleine stappen, continue aandacht en lief voor jezelf zijn. Met de bedoeling om jezelf te oefenen én verder te komen. Daar heb ik meer mee. Marieke en Erik, mijn collega’s bij Stelvio, leren me dat dit over KAIZEN gaat. Een Japanse filosofie, ontwikkeld in productieomgevingen, die gaat over voortdurend verbeteren op een manier die goed is voor mensen. Dus stoppen met pushen en zweten met alleen het einddoel voor ogen (HELP!). Maar wel kijken naar welk klein stapje je vandaag kunt doen, en morgen weer…  En als het vandaag even niet lukt, dan is er morgen weer een dag voor een volgende stap.

Dus als je iets wilt realiseren dat onmogelijk lijkt (in mijn geval een decembermaand zonder stress), is het de kunst om het in stukjes op te knippen.  En alleen dingen te doen die je dichter bij je doel brengen, in plaats van verder weg.

Ergens dit jaar ben ik begonnen. Werken aan steeds beter plannen en minder uitstellen. Mijn neiging was m’n stappen te groot te maken. Maar ze kunnen eigenlijk niet klein genoeg zijn. Met een beetje hulp zag het er als volgt uit:

  1. Nadenken over welke tool mij kan helpen overzicht te hebben
  2. Zorgen dat ik de tool kan gebruiken (ik heb voor een app gekozen: Rememberthemilk)
  3. De eerste taken in de tool zetten
  4. In mijn agenda voor de komende weken tijd blokken (10 minuten per dag is al goed) om te werken aan taken
  5. Iedere ochtend in de app kijken welke taken er te doen zijn
  6. Op het tijdstip dat in mijn agenda gereserveerd staat, werken aan een taak
  7. Tevreden zijn met iedere dag 10 minuten (pfff.. dat valt niet mee)
  8. Enzovoort…

En nu is het december.

Na een paar maanden oefenen, kijk ik onbevreesd naar de drukke weken die voor de deur staan. Want ik heb de MAGIE ervaren van grote dingen doen in kleine stappen. En het goede gevoel van iedere dag een beetje beter. Daar waar ik eerst dacht: ”ik heb maar een kwartier tijd, dus het heeft geen zin om aan m’n sinterklaasgedicht te beginnen”, begin ik nu toch en doe wat ik kan doen in 15 minuten. Hoe simpel kan het zijn!? En de beloning is groot. Voorheen was het nachtwerk geworden.. Nu is na 3 dagen een kwartier werk de klus met gemak en zonder stress op tijd geklaard! Scheelt toch weer..

En wat vind ik het heerlijk om taken van mijn lijstje te kunnen strepen! Als ik neig naar uitstellen, stel ik mezelf direct de vraag: Wat is het eerste kleine ding dat ik nu kan doen?

Dat lukt namelijk altijd. En dat geeft rust.

Vanavond aan tafel bedenken we alvast wat we gaan koken op 1e kerstdag.. (check ?)